Dienst zondag 19 mei 2024 om 10:00 uur - De Poort

1e pinksterdag

Voorganger: Ds. W.J. Menkveld

Organist: Lub de Boer

Collecte: Zending

Schriftlezing: Johannes 14: 15-21 Handelingen 2: 1-4 Handelingen 2: 14-23 Handelingen 2: 32-36 Handelingen 2: 37-39


Psalm 96:1, 2, 9

1 Zingt, zingt een nieuw gezang den HEERE;
Zing, aarde, zing dien God ter ere;
Looft 's HEEREN Naam met hart en mond;
Vermeldt Zijn heil op 't wereldrond ;
Dat dag aan dag Zijn roem vermeere.
2 Nu moet uw tong de heidnen noden;
Meldt allen volken Zijn geboden;
Vertelt Zijn wondren en Zijn eer;
Groot en prijswaardig is de HEER',
En vreeslijk boven al de goden.
9 't Juich al voor 't Aangezicht des HEEREN.
Hij komt, die d' aarde zal regeren
En richten vol van majesteit:
De wereld zal gerechtigheid,
Het mensdom Zijne waarheid eren.


Gezang 254:1, 2, 4, 6

1 Kom Schepper, Geest, daal tot ons neer,
houd Gij bij ons uw intocht, Heer;
vervul het hart dat U verbeidt,
met hemelse barmhartigheid.
2 Gij zijt de gave Gods, Gij zijt
de grote Trooster in de tijd,
de bron waaruit het leven springt,
het liefdevuur dat ons doordringt.
4 Verlicht ons duistere verstand,
geef dat ons hart van liefde brandt,
en dat ons zwakke lichaam leeft
vanuit de kracht die Gij het geeft.
6 Doe ons de Vader en de Zoon
aanschouwen in de hoge troon,
o Geest, van beiden uitgegaan,
wij bidden U gelovig aan.


Psalm 139:1, 3, 4

1 Niets is, o Oppermajesteit,
Bedekt voor Uw alwetendheid;
Gij kent mij, Gij doorgrondt mijn daan;
Gij weet mijn zitten en mijn staan;
Wat ik beraad', of wil betrachten,
Gij kent van verre mijn gedachten.
3 Gij hebt van achtren mij bezet;
Vooruit wordt mij de vlucht belet;
Ik word bepaald door Uwe hand.
Hoe zou ik met mijn zwak verstand
Naar Uwe wondre kennis streven?
Z' is mij te groot, te hoog verheven.
4 Waar zou ik Uwen Geest ontvlien?
Waar zou m', o HEER', Uw oog niet zien?
Al voer ik op naar 's hemels trans,
Daar zijt Gij, daar vertoont G' Uw glans;
Al daald' ik zelfs ter helle neder,
Daar vond ik ook Uw aanschijn weder.


Gezang 250:1, 2, 3

1 Heer, ik hoor van rijke zegen,
die Gij uitstort keer op keer.
Laat ook van die milde regen
dropp’len vallen op mij neer.
Ook op mij, ook op mij,
dropp’len vallen ook op mij.
2 Ga mij niet voorbij, o Vader,
zie hoe mij mijn zonde smart.
Trek mij met uw koorden nader,
stort uw liefd’ ook in mijn hart.
Ook in mij, ook in mij,
stort uw liefde ook in mij.
3 Heil’ge Geest, wil niet voorbij gaan:
Gij geeft blinden d’ ogen weer!
Wil, o wil nu bij mij stilstaan.
Werk in mij met kracht, o Heer!
Ook in mij, ook in mij,
werk ook door uw kracht in mij!


Johannes 14:15-21

14:15. Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht.
16. En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid,
17. namelijk de Geest van de waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet, maar u kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn.
18. Ik zal u niet als wezen achterlaten; Ik kom weer naar u toe.
19. Nog een korte tijd en de wereld zal Mij niet meer zien, maar u zult Mij zien, want Ik leef en u zult leven.
20. Op die dag zult u inzien dat Ik in Mijn Vader ben, en u in Mij, en Ik in u.
21. Wie Mijn geboden heeft en die in acht neemt, die is het die Mij liefheeft, en wie Mij liefheeft, hem zal Mijn Vader liefhebben; en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren.


Handelingen 2:1-4

2:1. En toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eensgezind bijeen.
2. En plotseling kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en dat vervulde heel het huis waar zij zaten.
3. En aan hen werden tongen als van vuur gezien, die zich verdeelden, en het zat op ieder van hen.
4. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.


Handelingen 2:14-23

2:14. Maar Petrus, die daar met de elf andere apostelen stond, verhief zijn stem en sprak tot hen: Joodse mannen en u allen die in Jeruzalem woont, dit moet u bekend zijn en laat mijn woorden tot uw oren doordringen:
15. deze mensen zijn namelijk niet dronken, zoals u vermoedt, want het is pas het derde uur van de dag.
16. Maar dit is wat gesproken is door de profeet Joël:
17. En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw jongemannen zullen visioenen zien en uw ouderen zullen dromen dromen.
18. En ook op Mijn dienaren en op Mijn dienaressen zal Ik in die dagen van Mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren.
19. En Ik zal wonderen geven in de hemel boven en tekenen op de aarde beneden: bloed, vuur en rookwalm.
20. De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en ontzagwekkende dag van de Heere komt.
21. En het zal zo zijn dat ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zalig zal worden.
22. Israëlitische mannen, luister naar deze woorden: Jezus de Nazarener, een Man Die u van Godswege aangewezen is door krachten, wonderen en tekenen, die God in uw midden door Hem gedaan heeft, zoals u ook zelf weet,
23. deze Jezus, Die overeenkomstig het vastgestelde raadsbesluit en de voorkennis van God overgegeven is, hebt u gevangengenomen en door de handen van onrechtvaardigen aan het kruis gespijkerd en gedood.


Handelingen 2:32-36

2:32. Deze Jezus heeft God doen opstaan, waarvan wij allen getuigen zijn.
33. Hij dan, Die door de rechterhand van God verhoogd is en de belofte van de Heilige Geest ontvangen heeft van de Vader, heeft dit uitgestort wat u nu ziet en hoort.
34. David is immers niet opgevaren naar de hemelen, maar hij zegt: De Heere heeft gesproken tot Mijn Heere: Zit aan Mijn rechterhand,
35. totdat Ik Uw vijanden neergelegd zal hebben als een voetbank voor Uw voeten.
36. Laat dan heel het huis van Israël zeker weten dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk deze Jezus, Die u gekruisigd hebt.


Handelingen 2:37-39

2:37. En toen zij dit hoorden, werden zij diep in het hart geraakt en zeiden tegen Petrus en de andere apostelen: Wat moeten wij doen, mannenbroeders?
38. En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.
39. Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn, zovelen als de Heere, onze God, ertoe roepen zal.


Gezang 252:1, 2, 4

1 Ja, de Trooster is gekomen;
Jezus ging van d’ aarde heen!
Jezus, van u opgenomen,
liet, o kerk, u niet alleen!

De Beloofde werd gezonden,
en de kracht uit God kwam neer!
’t Past ons juichend, keer op keer,
zijn verschijning te verkonden!
Heden is het Pinksterfeest!
Looft en dankt de Heil’ge Geest!
2 Looft de Geest, die van de Vader
en de Zoon is uitgegaan!
Zingt Hem psalmen altegader,
roept zijn naam uit, bidt Hem aan!

Hem, die Gaaf en Gever tevens,
uitzendt en gezonden wordt,
God is, en wordt uitgestort!
Looft, o volk, de Geest des levens,
Hem, die schept en wederschept,
dien g’ in ’t hart ontvangen hebt!
4 Geest der kennis, Geest der waarheid,
der genade, der gebeên!
Leer ons wand’len bij uw klaarheid
in de heilverborgenheên!

Doe ons Abba, Vader, bidden,
zeggen: Jezus onze Heer,
geven U in alles d’ eer!
Zweef in der gemeenten midden,
om te heil’gen d’ offerand’
van hun hart en mond en hand!


Gezang 98:1, 2, 3, 4

1 Ere zij aan God, de Vader,
ere zij aan God, de Zoon,
eer de Heil’ge Geest, de Trooster,
de Drie-één'ge in zijn troon.
Halleluja, halleluja,
de Drie-één’ge in zijn troon!
2 Ere zij aan Hem, wiens liefde
ons bevrijdt van elke smet,
ere zij aan Hem die zondaars,
in de rij van koon’gen zet.
Halleluja, halleluja,
’t Lam dat vrijkocht en dat redt.
3 Ere zij de Heer der Eng’len,
ere zij de Heer der kerk,
ere aan de Heer der volk’ren:
aard’ en hemel looft uw werk!
Halleluja, halleluja,
looft de koning en zijn werk!
4 Halleluja, lof,aanbidding
brengen eng’len U ter eer,
heerlijkheid en kracht en machten
legt uw schepping voor U neer.
Halleluja, halleluja,
Lof zij U, der heren Heer!